EU-mededingingsregels gelden ook voor de sport

Klik voor bericht in het AD

Onderstaand de tekst van een opniërend artikel in het Algemeen Dagblad. 

Als schaatsland staat Nederland in de wereldtop. Ook in 2024 zullen Nederlandse schaatsers ongetwijfeld de ene na de andere medaille binnenslepen. Hoe prachtig dit ook is, er zijn grote juridische zorgen binnen de sport. De Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijders Bond (KNSB) maakte vorig jaar bekend om vanaf het seizoen 2024/2025 buitenlandse topschaatsers te weren uit Nederlandse ploegen en een Thialf-boycot voor hen in te stellen tijdens de topsporturen.

De schaatsbond schortte dit besluit uiteindelijk na forse ophef op tot na de Olympische Winterspelen in 2026. Belachelijk, want het hele verbod moet alsnog van tafel. De KNSB houdt zich terecht bezig met het belang van de Nederlandse schaatssport, maar vliegt met dit plan compleet uit de bocht. Het heeft geen juridische basis en de conclusie lijkt duidelijk: deze discriminerende maatregel is een directe schending van het recht op vrij verkeer van personen, goederen en diensten binnen de Europese Unie.

Eerlijke competi­ties zorgen voor verbonden­heid, ook binnen de EU

De Europese Commissie is bezig de kwestie te analyseren, zo maakte zij bekend na onze vragen. Ondertussen heeft het Europese Hof van Justitie in december aangetoond dat professionele sporters en bonden economische actoren zijn die moeten voldoen aan de mededingingsregels voor eerlijke competitie.

Het Hof deed een historische uitspraak: het verbieden van concurrerende competities mag niet en het dreigen met hoge sancties ook niet. De Nederlandse oud-schaatsers Mark Tuitert en Niels Kerstholt kregen na jaren gelijk: een commerciële schaatswedstrijd is toegestaan en de internationale schaatsunie (ISU) mag schaatsers die willen meedoen niet straffen. Het bijzondere is dat de Europese Commissie in dit geschil wél hard optrad en oordeelde dat de EU-mededingingsregels door de ISU waren overtreden.

Dit gebeurde echter niet in een vergelijkbare zaak tussen de UEFA en de Super League, terwijl het Hof ook daarover oordeelde dat de zeer agressieve reactie van de UEFA en FIFA op de Super League ongepast en tegen de wet is. De Commissie ondertekende zelfs – terwijl de zaak nog voor het Hof lag — een nieuwe samenwerkingsovereenkomst met de Europese voetbalbond. Onbegrijpelijk, want diezelfde Commissie is de handhaver van de EU-mededingingsregels. De les is duidelijk: de EU moet dringend meer doen om het Europese sportmodel te beschermen, door de interne markt te versterken en de EU-mededingingsregels te handhaven. Onze sporten moeten worden beschermd. Hoe we ze echter níét beschermen, is door topsporters uit andere Europese lidstaten buiten te sluiten.

Nederlands schaatstalent is juist gebaat bij samenwerking. Onze schaatssport staat terecht op het wereldtoneel, maar dat geeft niet de macht om eenzijdig grensoverschrijdende en discriminerende regels te dicteren. Het signaal dat hiermee wordt afgegeven, is er niet een van kracht, maar van angst. Eerlijke competities zorgen voor verbondenheid, ook binnen de Europese Unie. De EU eist terecht eerlijke concurrentie en een gelijk speelveld op de interne markt. In een rechtsstaat staat gelukkig niets of niemand boven de wet. Geen enkele burger, bedrijf, politieke partij of sportbond.