Opiniestuk AD: Maatschappij kan zo veel meer met inzet ouderen

Ouderen kunnen wel degelijk een positieve bijdrage leveren aan de maatschappij en de arbeidsmarkt, als daarvoor de gelegenheid wordt gegeven. Maatwerk is daarbij van groot belang.

De Europese Commissie heeft onlangs haar Groenboek gepresenteerd over de kansen en uitdagingen van de vergrijzende Europese samenleving. Voor wie er nog aan twijfelde: onze ouderen zijn verre van ‘dor hout’. Integendeel, de vergrijzing leidt zelfs tot een win-winsituatie, als we er samen de schouders onder zetten en focussen op een goede gezondheid en een persoonlijke aanpak. De uitdagingen die vergrijzing met zich mee brengt, zijn alom bekend: het aandeel van ouderen in de totale bevolking neemt toe, het aantal pensioengerechtigden stijgt en het aantal werkenden op de arbeidsmarkt daalt. Dit drukt op de houdbaarheid van onze socialezekerheidsstelsels en economische groei. Het positieve geluid wordt echter onvoldoende gehoord en de kansen not te weinig verzilverd.

Een gezonde levensstijl
De bevolkingspiramide is veranderd. Waar jongeren vroeger ruim in de meerderheid waren, is nu grofweg 45 procent van de bevolking 50 jaar of ouder en dit aandeel groeit. Gezond en actief ouder worden is een belangrijk deel van de oplossing. Het is tijd dat overheden en ouderenorganisatie versterkt inzetten op het bevorderen van een gezonde levensstijl en gezonde voedingspatronen. Het is goed dat de plannen van de Europese Commissie rekening houden met de impact van het ouder worden op alle generaties en levensfasen. De mate waarin ouderen in de samenleving en op de werkvloer actief kunnen blijven, heeft invloed op hun welzijn. ‘Jongere’ ouderen hebben daarbij andere behoeften dan ‘oudere’ ouderen. Kwetsbare ouderen en ouderen uit plattelandsgebieden verdienen daarbij bijzondere aandacht. Een meer persoonlijke aanpak is belangrijk, ouderen worden nu nog veel te vaak op een hoop gegooid.

Het meester-gezel-model
Zowel de ouderen als de samenleving als geheel verdienen beter. Een ander voordeel van deze levensloopbenadering is een betere inzet van de kennis en ervaring van ouderen op de arbeidsmarkt bij het opleiden van jongeren. Het meester-gezel-model, waar jong en oud van elkaar leren, sluit hier naadloos bij aan. Werkgevers doen ook zichzelf tekort door alleen nieuw talen in te willen ‘kopen’ in plaats van bestaand talent intern de ruimte te geven. Wanneer hier verandering in komt, stelt dat ouderen in staat langer door te participeren in de maatschappij.

Zoals gezegd, de Nederlandse en Europese bevolking bestaat reeds voor de helft uit 50plussers en de andere helft wil dat graag in goede gezondheid worden. Dat gaat niet zonder slag of stoot en er is nog een wereld te winnen.