Vluchtroutes: ook voor gehandicapten en ouderen
Er is een veelzijdig beleid nodig om de veiligheid van personen met een handicap in alle situaties beter te ondersteunen en te beschermen. In Europa wordt de specifieke vluchtwegaanduiding vanaf 2022 opgenomen in de ISO Norm. Het is nu zaak dat alle lidstaten dit verplicht opnemen in nationale wetgeving. Daarom bepleit ik dat de specifieke vluchtwegaanduiding breed wordt toegepast in openbare gebouwen in de Europese Unie. In noodgevallen wordt altijd het exit-bordje naar de vluchtwegen gevolgd die leiden naar de nooduitgangen. Maar de vluchtwegen voor mensen met een lichamelijke beperking bevinden zich mogelijk op andere locaties en dit wordt niet altijd aangegeven. Hierdoor is het onduidelijk om de vluchtwegen voor ouderen of personen met een beperking te vinden. Na overleg met Henk Krol en Petra Postma-Jansen (eigenaar van www.nooduitgang.nu) wil ik mij inspannen dat deze aanduiding hoog op de agenda komt te staan.”
Het Europese VN-Verdrag stelt dat personen met een beperking het recht hebben op bescherming. Vluchtaanduidingen voor ouderen en personen met een beperking zijn belangrijk om deze mensen te beschermen in noodgevallen. Daarom heb ik een schriftelijke vraag gesteld aan de Commissie om dit probleem aan te kaarten. Ik heb ook een video opgenomen in het Europees Parlement (die komt binnenkort op mijn social mediakanalen) waarin ik zelf in een rolstoel in het Europees Parlement op pad ga. Dit laat zien hoe problematisch het is om de vluchtroute te volgen voor ouderen die niet mobiel zijn of personen met een beperking. Op deze manier hoop ik het probleem onder de aandacht te brengen.
Overige informatie
In de EUwetgeving zijn minimumvoorschriften vastgesteld voor arbeidsomstandigheden. Hieronder valt ook de aangepaste werkomgevingen. Ook in het rapport ‘Union of Equality: Strategy for the Rights of Persons with Disabilities 2021-2030 wordt gesproken over ‘toegankelijkheid tot de gebouwde omgeving’.
Op 4 maart 2021 presenteerde de Commissie het ‘Actieplan voor de Europese pijler van sociale rechten’, waarin twintig kernbeginselen en essentiële rechten worden uiteengezet voor eerlijke en goed functionerende arbeidsmarkten en stelsels voor civiele bescherming. In het 17e beginsel (inclusie van personen met een handicap) van de ‘Europese pijler van Sociale Rechten’ staat dat personen met een handicap recht hebben op een werkomgeving die aan hun behoeften is aangepast.
Schriftelijke vraag aan de Commissie
Artikel 138 van het Reglement
Antonius Manders (PPE)
Betreft: Adequate vluchtroutes en de invoering van een EU-brede standaard voor exit-borden voor ouderen en gehandicapten die niet zelfredzaam zijn
Op 4 maart 2021 presenteerde de Europese Commissie het ‘Actieplan voor de Europese Pijler van Sociale Rechten’, waarin twintig kernbeginselen en essentiële rechten uiteen worden gezet voor eerlijke en goed functionerende arbeidsmarkten en stelsels voor civiele bescherming in de EU. In het 17e beginsel (inclusie van personen met een handicap) staat dat personen met een handicap recht hebben op een werkomgeving die aan hun behoeften is aangepast.
- Is de Europese Commissie het ermee eens dat personen met een handicap en niet-mobiele ouderen recht hebben op veiligheid en bescherming in noodsituaties in de werkomgeving en in openbare gebouwen?
- Is de Europese Commissie bereid om het ontwikkelen van goede en veilige vluchtroutes en de daarbij behorende specifieke pictogrammen voor de werkomgeving en openbare gebouwen hoog op de politieke agenda te plaatsen en de Lidstaten te motiveren het gebruik van deze pictogrammen aansluitend één op één via nationale wetgeving te regelen?
- Hoe oordeelt de Europese Commissie over de huidige vluchtroutes – voor personen met een handicap en ouderen die minder mobiel zijn – in de ‘eigen’ gebouwen en ziet zij de ruimte voor verbetering op korte termijn?
Bekijk hier hoe ik de nooduitgang zoek en eindig in het trappenhuis!
Europese gehandicapten- en ouderenkaart
Wanneer personen met een handicap naar een andere lidstaat reizen voor werk, studie of andere redenen, kunnen zij moeilijkheden ondervinden. Bijvoorbeeld door belemmeringen bij de toegang te tot diensten, waaronder tolken in gebarentaal, of bij andere voorzieningen voor personen met een handicap in dat land. Eind 2023 zal de Commissie daarom voorstellen om een Europese gehandicaptenkaart in te voeren. Het voorstel zal voortbouwen op het lopende proefproject van de EU-gehandicaptenkaart in acht lidstaten en op de Europese parkeerkaart voor personen met een handicap.
Het is een goede stap van de Commissie om een Europese gehandicaptenkaart in te voeren, die in alle lidstaten moet worden erkend. Maar ook ouderen die niet of minder mobiel zijn, kunnen moeilijkheden ondervinden. Daarom vind ik het belangrijk dat in de Europese Unie een eenduidige Europese gehandicapten- en ouderenkaart moet worden ingevoerd, zodat iedereen met deze kaart dezelfde rechten krijgt in het land waar zij zich bevinden. Hierover gaan we met verschillende organisaties en betrokkenen nog in gesprek. Daarnaast moet misbruik van de kaart meer aandacht krijgen in de plannen. We weten dat er bij de huidige kaarten ook sprake is van misbruik met alle gevolgen van dien voor diegenen die deze kaart écht nodig hebben.
Lees hier het artikel in Binnenlands Bestuur.
Opiniestuk AD: Maatschappij kan zo veel meer met inzet ouderen
Ouderen kunnen wel degelijk een positieve bijdrage leveren aan de maatschappij en de arbeidsmarkt, als daarvoor de gelegenheid wordt gegeven. Maatwerk is daarbij van groot belang.
De Europese Commissie heeft onlangs haar Groenboek gepresenteerd over de kansen en uitdagingen van de vergrijzende Europese samenleving. Voor wie er nog aan twijfelde: onze ouderen zijn verre van ‘dor hout’. Integendeel, de vergrijzing leidt zelfs tot een win-winsituatie, als we er samen de schouders onder zetten en focussen op een goede gezondheid en een persoonlijke aanpak. De uitdagingen die vergrijzing met zich mee brengt, zijn alom bekend: het aandeel van ouderen in de totale bevolking neemt toe, het aantal pensioengerechtigden stijgt en het aantal werkenden op de arbeidsmarkt daalt. Dit drukt op de houdbaarheid van onze socialezekerheidsstelsels en economische groei. Het positieve geluid wordt echter onvoldoende gehoord en de kansen not te weinig verzilverd.
Een gezonde levensstijl
De bevolkingspiramide is veranderd. Waar jongeren vroeger ruim in de meerderheid waren, is nu grofweg 45 procent van de bevolking 50 jaar of ouder en dit aandeel groeit. Gezond en actief ouder worden is een belangrijk deel van de oplossing. Het is tijd dat overheden en ouderenorganisatie versterkt inzetten op het bevorderen van een gezonde levensstijl en gezonde voedingspatronen. Het is goed dat de plannen van de Europese Commissie rekening houden met de impact van het ouder worden op alle generaties en levensfasen. De mate waarin ouderen in de samenleving en op de werkvloer actief kunnen blijven, heeft invloed op hun welzijn. ‘Jongere’ ouderen hebben daarbij andere behoeften dan ‘oudere’ ouderen. Kwetsbare ouderen en ouderen uit plattelandsgebieden verdienen daarbij bijzondere aandacht. Een meer persoonlijke aanpak is belangrijk, ouderen worden nu nog veel te vaak op een hoop gegooid.
Het meester-gezel-model
Zowel de ouderen als de samenleving als geheel verdienen beter. Een ander voordeel van deze levensloopbenadering is een betere inzet van de kennis en ervaring van ouderen op de arbeidsmarkt bij het opleiden van jongeren. Het meester-gezel-model, waar jong en oud van elkaar leren, sluit hier naadloos bij aan. Werkgevers doen ook zichzelf tekort door alleen nieuw talen in te willen ‘kopen’ in plaats van bestaand talent intern de ruimte te geven. Wanneer hier verandering in komt, stelt dat ouderen in staat langer door te participeren in de maatschappij.
Zoals gezegd, de Nederlandse en Europese bevolking bestaat reeds voor de helft uit 50plussers en de andere helft wil dat graag in goede gezondheid worden. Dat gaat niet zonder slag of stoot en er is nog een wereld te winnen.

Vrouwendag: vanaf nu gelijke betaling mannen en vrouwen
Vandaag, op internationale vrouwendag, wil ik de ongelijkheid in de voetbalwereld aan de orde stellen. Helaas krijgen vrouwen die voor de nationale ploeg uitkomen, ook in 2021 in de meeste landen ter wereld, niet zoveel betaald als mannen. Dit is ook volgens de Europese Commissie een vorm van discriminatie en volgens Europese regels niet toegestaan. Daarom pleit ik nogmaals voor de gelijke betaling van voetbalsters. Brazilië, Noorwegen, Engeland en andere landen hebben dit reeds ingevoerd. Europa mag hierin niet achterblijven! Ik heb aan alle politici uit mijn fractie in het Europees Parlement (de christendemocratische EVP) gevraagd een brief te schrijven aan hun nationale voetbalbonden waarin ze vragen om voortaan vrouwelijke voetballers die voor het nationale elftal uitkomen net zoveel te betalen als de mannen. Zelf heb ik het voorbeeld willen geven door hierover een brief te sturen aan de KNVB.
Mijn brief aan KNVB
Betreft: Gelijke betaling voor mannen en vrouwen die in het nationale voetbalelftal spelen
Anno 2021 is gelijke betaling voor mannen en vrouwen die spelen nationale professionele voetbalteams nog steeds de absolute uitzondering, zowel in Europa als wereldwijd. Echter, Brazilië, Noorwegen, Engeland en andere landen hebben deze gelijke betaling reeds ingevoerd.
In antwoord op mijn recente parlementaire vraag, bevestigde Europees commissaris Dalli dat “Wanneer mannelijke en vrouwelijke voetballers die in het nationale ploeg spelen zonder een evenredige en gerechtvaardigde reden anders betaal worden, dan druist dat in tegen het beginsel van gelijke beloning in artikel 157 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de herschikte Richtlijn 2006/54/EG. De herschikte richtlijn verbiedt directe en indirecte discriminatie op grond van geslacht, met inbegrip van genderspecifieke loondiscriminatie.”
De situatie is duidelijk. Daarom roep ik u op om in actie te komen en het goede voorbeeld van Brazilië, Noorwegen, Engeland en andere landen te volgen, de EU-wetgeving op dit gebied te respecteren en de situatie onmiddellijk te corrigeren.
Tevens is mij opgevallen dat in artikel 20 van het FIFA regelement het vrouwenvoetbal uitdrukkelijk is uitgesloten van het systeem van opleidingsvergoeding, dat in 2001 in op voorspraak van onder andere toenmalig Eurocommissaris Viviane Reding, Harry van Raaij, Henk Kesler en ondergetekende is ingevoerd. Genoemd artikel is eveneens een duidelijk geval van discriminatie. Onder andere de NOS berichtte hierover. Mijn brief hierover aan de FIFA leverde geen bevredigend antwoord op. Ik roep de KNVB op zich binnen de FIFA in te zetten om de betreffende passage in artikel 20 van het FIFA-regelement te schrappen.
Materiaal uit de oude doos:

YouTube: Vergoeding voor jeugdspelers
Uw Ouderengezant in Nederland en Europa
Bijna 9 maanden geleden maakte ik de overstap naar het CDA. Op die manier kan ik mijn werk in het Europees Parlement nog beter voortzetten en als speciaal Ouderengezant effectiever werken aan de vertegenwoordiging van ouderen in de politiek.
In dit blog wil ik jullie graag meer vertellen over mijn werk als Ouderengezant. Want ik krijg vaak de vraag: “Wat doe je zoal als Ouderengezant, met wie spreek je en wat probeer je te bereiken?”
Het is goed om te weten dat het bij mijn werk als Europarlementariër niet altijd en uitsluitend over ouderen gaat. De onderwerpen binnen mijn portefeuille zijn daar niet altijd geschikt voor, maar bij de voorbereiding kijken we wel zoveel mogelijk door de bril van ouderen.
De afgelopen maanden heb ik veel interessante en leerzame gesprekken gevoerd met ouderen en met ouderenorganisaties. Dat is van groot belang; op die manier kan ik de wereld van ouderen nog beter begrijpen. Al deze kennis en informatie kan ik goed gebruiken in mijn parlementaire werk.
In gesprek met ouderen en het maatschappelijk middenveld
Zo sprak ik met het Netwerk van Organisaties van Oudere Migranten (NOOM), met de KBO-PCOB, met het Nationaal Ouderenfonds en met de ANBO. Grotere organisaties die zich enorm inzetten voor ouderen. Iedere organisatie op zijn eigen manier, met hun eigen achtergrond en missie, maar allemaal vol enthousiasme en energiek. Het ging over pensioenen, preventie, gezond ouder worden, veiligheid (digitaal en in de woonomgeving), eenzaamheid, mantelzorg en nog veel meer. We onderhouden goed contact, zeker als het gaat om het raakvlak tussen ouderen en Europees beleid.
Preventie en gezond ouder worden heeft mijn volle aandacht. In mijn ogen van groot belang als we de vergrijzing in Nederland en in Europa in goede banen willen leiden. Als we echt investeren in preventie, gezond eten en drinken en bewegen verhogen we de levenskwaliteit en houden we op termijn ook de kosten van de gezondheidszorg en de ouderenzorg behapbaar. Daarover heb ik ook gesprekken gevoerd met het Kenniscentrum Sport en Bewegen, met de Leyden Academy, maar ook bijvoorbeeld met Onze Markt. Want naast goede voeding heeft ook de wijze van telen, duurzaamheid en eerlijke prijzen mijn volle aandacht.
In vrijwel alle gesprekken gaat het ook over pensioenen. De achterblijvende indexatie en de dreigende kortingen zijn voor veel ouderen een grote zorg. En dat begrijp ik goed. In de gesprekken met Koepel Gepensioneerden en FNV Senioren heb ik veel achtergrondinformatie ontvangen. De koopkracht van ouderen blijft een belangrijk aandachtspunt, zeker als het gaat om ouderen die te maken krijgen met hoge zorgkosten met eigen bijdragen en eigen risico.
Binnen het CDA en met ouderen heb ik hier ook veel contacten over. Alle input uit deze gesprekken gebruik ik ook binnen de partij. Ik bespreek het met CDA Senioren, met Tweede Kamerleden, met leden van het landelijk bestuur, met de CDA Bestuurdersvereniging (BSV) en onlangs met kandidaat-Kamerleden Lucille Werner, Derk Boswijk, Inge van Dijk en Henri Bontenbal. Inspirerende gesprekken met als belangrijkste doel het verbeteren van de positie van ouderen, aandacht voor de vergrijzing en ‘ouderen’ op het netvlies houden van al mijn collega’s binnen het CDA en het Europees Parlement. Dit heeft onder andere geresulteerd in een apart hoofdstuk over ouderen in het verkiezingsprogramma voor de Tweede Kamerverkiezingen: ‘Meer aandacht en zorg voor onze ouderen’.
De Europese Agenda
Het is goed om te weten dat het CDA Senioren lid is van de Europese Senioren Unie (ESU). De ESU is met ongeveer 1.250.000 leden de grootste politieke seniorenorganisatie in Europa, lid van de Europese Volkspartij (EVP) en vertegenwoordigd in 27 landen met ruim 30 organisaties. De komende jaren gaan we de samenwerking met de ESU verder optimaliseren. Inmiddels heb ik een goed gesprek gehad met An Hermans, de voorzitter van de ESU. Zij heeft tijdens een goed bezocht webinar in februari (georganiseerd door CDA Senioren) een hoopvolle speech gehouden. Ook Wopke Hoekstra was van de partij en zelf mocht ik ook een bijdrage leveren. Voor herhaling vatbaar wat mij betreft. Tot slot vertel ik u nog wat meer over twee activiteiten die de komende maanden gaan spelen. Ten eerste heeft de Europese Commissie eind januari een groenboek gepresenteerd als aanzet voor een breed beleidsdebat over de uitdagingen en kansen die de vergrijzende Europese samenleving biedt. In dit groenboek wordt de impact van deze demografische trend op onze economie en samenleving uiteengezet.Uiteraard zal ik als ouderengezant en als Europarlementariër veel aandacht geven aan dit groenboek.
Doet u mee?
In twee te plannen online bijeenkomsten wil ik dit groenboek graag bespreken met wethouders en raadsleden van het CDA (in samenwerking met de BSV) én met ouderen en ouderenorganisaties. Binnenkort volgt meer informatie. Ten tweede ben ik al langere tijd actief met het opzetten van een netwerk voor actieve vijftigplussers. Een netwerk met informatievoorziening, politiek en debat in combinatie met vriendschap en gezelligheid. Door corona loopt dit anders dan gepland, maar op de achtergrond zijn we druk bezig met de voorbereidingen. Zodra het kan vertel ik u meer.
Toine Manders.
8 maart 2021
Stemmogelijkheden voor 70-plussers
Geachte kiezer van 70 jaar en ouder,
Het is u vast niet ontgaan, de verkiezingen komen eraan. Nederland gaat binnenkort naar de stembus om nieuwe Tweede Kamerleden te kiezen. Ook u kunt uw stem weer laten horen!
Als kiezer van 70 jaar of ouder heeft u bij deze Tweede Kamerverkiezing drie opties om te stemmen, namelijk:
- Stemmen in het stemlokaal op 15, 16 of 17 maart 2021. Neem uw stempas, identiteitsbewijs en mondkapje mee!
- Een volmacht geven aan een andere kiezer. U vult op de achterkant van uw stempas (‘bij Volmacht’) de gegevens in van degene die voor u gaat stemmen en ondertekent deze. Doe dit samen met de persoon die u wilt bemachtigen. Laat de persoon die voor u gaat stemmen (‘de gemachtigde’ of de ‘volmachtnemer’) de achterkant van uw stempas ook ondertekenen. Geef de gemachtigde ook een kopie van uw identiteitsbewijs mee of laat een goed leesbare foto maken met de telefoon of tablet.
- Per brief stemmen. Dit is een nieuwe mogelijkheid! Alles wat u nodig heeft om uw stem uit te brengen ontvangt u thuis. Uiterlijk 3 maart ontvangt u een envelop met uw stemplusplas en een gezondheidscheck (enkele vragen over het coronavirus). Uiterlijk 11 maart ontvangt u een tweede envelop met een briefstembiljet, een envelop voor het briefstembiljet, een retourenvelop en een stapsgewijze uitleg over het briefstemmen. Hiermee kunt u uw stem bij deze Tweede Kamerverkiezing dus ook per brief uitbrengen.
Heeft u vragen over het stemmen per brief: bel dan de telefonische informatielijn 0800-1351. De telefonische hulplijn is 7 dagen per week geopend van 08:00 tot 20:00 uur.
Als CDA-ouderengezant vraag ik u om uw stem niet verloren te laten gaan. Maar gebruik van één van deze drie mogelijkheden om uw stem te laten horen. En ja, natuurlijk heb ik een stemadvies voor u: stem CDA.
Met vriendelijke groet,
Toine Manders,
Lid Europees Parlement & Ouderengezant CDA










